Het liefst rijd ik tractor. Met jetsers van banden en een ronkende motor. Met een interieur van verweerd ijzer, een oude radio, een raampje als airco en een draaiknop op een veel te grote stuur. Snelheid is voor mij volstrekt onbelangrijk, maar als ik gas geef moeten omstanders wel opkijken. Dat vind ik stoer. Ach, iedereen zijn fetisj.
Sportwagens hebben mij nooit kunnen bekoren. Ik zie mezelf niet in de Porsche zitten. Dat grote lijf in dat kleine autootje. Ziet er op voorhand al niet uit. Bovendien, zo’n auto verdient een goede coureur en ik haal wat dat betreft niet hoger dan een zesje. En ik kan het ook niet betalen.
Laat ik vooropstellen: ik heb geen verstand van auto’s. Ik weet niet eens de oliepeilstok te vinden. Ook ben ik het niet waard om in een auto met teveel toeters en bellen te rijden. Na vijf jaar in dezelfde auto rijden ontdek ik nog steeds vernuftige toepassingen waarvan ik het bestaan niet wist.
Wel heb ik een uitgesproken mening over auto’s. Zo heb je mannenauto’s en vrouwenauto’s. De mooiste vrouwenauto vind ik de Range Rover Evoque. Ook alle midi-SUV’s zijn vrouwenauto’s: X3, Q5, XC60. De populairste vrouwenauto is evenwel MINI. Mijn vrouw heeft er ook eentje. Stiekem mag ik er graag in rijden. Dat ding rijdt als een kart en voelt stevig, stijf en massief aan. Maar het is en blijft een vrouwenauto.
Dus als David van de Moosdijk van MINI-dealer Hans Severs zegt dat de nieuwe MINI Clubman net zo goed een mannenauto is, dan neem ik dat niet klakkeloos van hem aan. Ook al is hij vestigingsmanager, hij is en blijft een autoverkoper. Even daarvoor aaide hij mijn zoon nog over zijn bol en zei: “Wat een mooie kinderen.”
Ik heb ‘m zien staan in de showroom, die Clubman. Groter dan welke andere MINI ook, vooral ook breder. Ik moet toegeven, de belijning van deze Clubman maakt meer indruk dan zijn voorganger. En als ik Hans Severs moet geloven, zijn de rijprestaties ongekend voor een auto in dit segment. Zal best, maar blijft het een vrouwenauto. Mooie vrouwenauto, maar vrouwenauto.
David lachte schamper toen ik hem dat mededeelde en kwam toen met een voorstel. Om zijn gelijk en mijn ongelijk te bewijzen moest ik maar eens een paar dagen in die nieuwe Clubman van hem rijden.
“Ik ben tractoren gewend.”
“Dan zal er nu een nieuwe wereld voor je opengaan, Dennis.”
“Tractoren rijden over weilanden, door bagger en modder.”
“En?”
“Wil ik met die MINI ook wel eens proberen.”
“Wassen we hem daarna toch gewoon.”
Niet gek te krijgen, die David.
