MINERVA Buurthuizen
Vroegâh, toen niet alles beter was maar dit wel, hadden we buurthuizen in de buurt. Gewoon bij of in de basisschool. Daar was ook de speelplaats op het schoolplein, je kon er boeken ruilen van de kar van de bibliotheek en als de buurt wilde vergaderen kon dat ook gewoon. Er was koffie voor wie een praatje wilde maken en als je binnenliep waren er mensen uit een straatje verderop.
Nu laat ik het heel idyllisch klinken en je kunt je afvragen of dat beeld wel klopt. Mijn lagere school in het ieniemienie dorpje ‘op de berg’ was in ieder geval zo’n soort plek. Daar kwam Sinterklaas aan, voor het hele dorp werd Oud en Nieuw op het schoolplein gevierd met glühwein en vuurwerk, als er iets georganiseerd werd was het daar en iedereen liep gewoon naar binnen.
Later heb ik toevallig zelf tegenover een buurthuis gewoond en ik weet zeker dat het plaatje ook dan nog klopt. Dat ik niet blij was met een paar ‘excessen’ is een ander verhaal. Zoals de jeugddisco op vrijdagavond in de enige niet geïsoleerde ruimte en zoals die dwaze peuterjuf die per se de nooddeur open wilde houden om Sinterklaas te ontvangen en met de keiharde muziek alle baby’s in ons rijtje huizen aan het krijsen kreeg. En de klusjesmannen die pal voor mijn carport parkeerden in plaats van op een lege parkeerplek tien meter verderop, waren ook niet favoriet.
In de ruim dertig jaar dat ik voor lokale kranten in Alphen schrijf, heb ik de buurthuizen zien veranderen. Ik weet nog dat de ouderwetse inloop met gratis koffie het eerste verdween, het leggen van een kaartje niet meer kon en dat buurtbewoners moesten gaan betalen om in hun eigen buurthuis een vergadering over de buurt te houden.
Vervolgens moest en zou er een compleet ander soort buurthuis komen onder aanvoering van de Alphense politiek. Alle kleintjes weg uit de buurt en dan in de wijk één groot centrum. Want: dat zou heel mooi, goed georganiseerd, hygiënisch en verantwoord zijn, dat zou kostendekkend worden gerund en vrijwilligers zouden van heinde en ver komen om de zaak gratis voor elkaar te krijgen onder leiding van de lokale welzijnsorganisatie.
Ik weet ook nog dat een paar kleine buurthuizen hebben gevochten tot ze erbij neervielen. Zo voerde Halfje Wit zwaar actie om er voor de buurt te blijven en wilde Wielewaal tegen de verdrukking in ook gewoon open blijven. De Ridder en Elckerlyc hebben het niet gered. De senioren van Westerhove moesten het maar uitzoeken in hun eentje in hun studio in de bejaardenflat, maar zij zagen dat niet zitten en wilden hun dagbesteding houden. Ook was er veel oneigenlijke concurrentie, omdat de welzijnsorganisatie in die onpersoonlijke grote wijkcentra van alles op poten ging zetten wat er gewoon in de kleine buurthuizen al was en goed werkte.
We zijn tien, vijftien jaar verder en we zitten als gemeenschap zwaar met de gebakken peren. De professionals constateren dat in verschillende grote buurten en wijken de betrokkenheid bij de buurt zeer gering is. En op plek nummer één van wensen van buurtbewoners staat: ontmoetingsplekken in de buurt.
Ja duh, die ontmoetingsplekken zijn door de Alphense politiek om zeep geholpen.