Waarom het altijd de kneuzen zijn die de leiding krijgen
Alphens.nl stelde deze week aan de lezers van dit forum de vraag of waterschapsverkiezingen onzinnig zijn. Daartoe haalde het artikel als argument aan dat: "anderen stellen dat niet de politiek, maar de meest deskundige mensen de waterschappen moeten aansturen en dat er geen PvdA of VVD-dijken zijn."
Logisch toch, vindt u niet? Ja? Dan wordt het tijd om eens uit te leggen aan de geïnteresseerde kiezer waarom die logica in een democratisch bestel en de daaruit volgende 'zelfstandige bestuursorganen' nooit toegepast kan worden.
Democratie betekent dat iedereen mag meepraten, stemmen en verkiesbaar zijn. Waarom stelt u zich niet verkiesbaar? Vindt u dan niet dat U de beste bestuurder bent, dat alleen U het land uit de financiële crisis kan loodsen en dat alleen U in staat bent de dijken op sterkte te houden? Nee, dat vindt u niet.
Terecht verwacht u dat er duizenden zijn die dat allemaal veel beter kunnen dan U en dan wilt u niet in de weg lopen. Behalve als U een kandidaat bent. Een kandidaat is er namelijk wél van overtuigd dat zij de allerbeste oplossing voor 'het' probleem is. De kandidaat stopt er veel energie in om het de kiezer toe te schreeuwen: Stem op mij, IK (en mijn partij) ben de beste. De echt interessante vraag is daarom: waarom denkt zij dat zij de beste keus is? En dan komt het volgende grafiekje aan de beurt.
De Ouwe Grieken begrepen al dat elk antwoord nieuwe vragen oproept. En wie ooit iets bestudeert heeft, weet dat je pas na het opdoen van enige kennis begint te begrijpen wat je allemaal nog niet weet. Zo voor de hand liggend dat het nooit onder de aandacht komt.
Tot iemand de moeite nam om de eigendunk (verticaal) af te zetten tegen de meetbare kennis (horizontaal). En dan komt de gele lijn eruit. Dat is normaal, dat is zo bij u en bij mij, bij iedereen. Wie niets van 'het' onderwerp weet erkent dat zonder schroom en dus begint de lijn in de oorsprong. Als u en ik er een beetje van beginnen te begrijpen en nog lang niet kunnen overzien wat er allemaal nog onbekend is denken we dat we bijna alles al weten en stijgt de eigendunk tot grote hoogte. En pas als je erg diep in de materie gegaan bent begin je te begrijpen dat je nog maar aan het begin van de kennis staat. Zo zit een mens en zijn brein nou eenmaal in elkaar. Als je er weinig van weet kun je simpelweg niet vermoeden wat er allemaal nog te weten is. Niets aan te doen. Nou ja, je kunt je best doen er niet in te trappen.
Conclusie van dit fenomeen is dat de gering bekwamen, met dus een hoge eigendunk, in het debat, in de (politieke) verkiesbaarheid en gewoon als commentatoren op Twitter voorop lopen. Van wie zich zonder al te veel tegenzin op een kieslijst laat plaatsen kun je verwachten dat ze er weinig van zullen bakken. Wie echt deskundig is begrijpt dat er velen nog veel meer deskundig zullen zijn en zal zich bescheiden opstellen. Dat geldt ook voor organisaties. Dat geldt ook voor de interne keuzes voor de interne deskundigheid. Mooi voorbeeld is het ROC-Leiden waar de grootste kneuzen in het bestuur werden benoemd. Dus verkiezing of niet, ook het waterschap, als zelfstandig bestuursorgaan, zal nooit worden aangestuurd door de beste deskundigen.
Alles waar je op kunt stemmen is, door deze menselijke eigenschap, van een schamel gehalte. Wisten we ook wel. Al eeuwen. Holle vaten klinken het hardst. Maar ja, dat is de prijs voor democratie.