'Van een goed evenement spat de passie af'
Vanaf 1 oktober is oud-proftennisser Jacco Eltingh technisch directeur bij de KNLTB (Nederlandse tennisbond) voor top- en jeugdtennis. Sinds een aantal maanden pakt hij hiervoor al wat taken op, maar eerst staat een aantal andere verplichtingen op zijn to-do-list, waaronder het verkopen van zijn bedrijven.
Echter, in de eerste week van september verwacht Eltingh TEAN International zeker te kunnen bezoeken. En ook in de aanloop naar die week wil hij, namens de KNLTB, graag zijn bijdrage leveren aan het challengertoernooi.
"Jaren geleden ben ik wel eens bij TEAN International geweest en verzorgde een clinic voor een businessclub", vertelt Jacco Eltingh. "Verder had ik in die week altijd zoveel evenementen met mijn eigen bedrijf, dat ik niet echt in de mogelijkheid was langs te gaan. Maar ik had wel altijd veel contact met de organisatie. Onder andere om te helpen met het binnenhalen van grote sponsoren en om de begroting gezonder te maken."
Belangrijk toernooi
Eltingh ziet TEAN International als belangrijk toernooi voor de Nederlandse tennissers. "Er zijn heel veel challengers buiten de grenzen, zo’n 150 tot 160. Nederland heeft Scheveningen en Alphen aan den Rijn. Die zijn voor de Nederlandse tennissers lekker dichtbij. Ze kunnen vaak zelfs in hun eigen bed slapen. En de ervaring die ze er opdoen, is belangrijk voor hun carrière. Maar voor veel van de Nederlandse spelers zijn zelfs de challengers te hoog gegrepen qua ranking. Zij mogen niet eens meedoen aan de kwalificaties. Zoals Tim van RijthovChallDe KNLTB overlegt hierover met TEAN International om de mensen, die waarde hebben voor het toernooi, de benodigde wildcard te geven."
Daarbij maakt Eltingh duidelijk, dat echt niet altijd een oudere speler gevraagd hoeft te worden. "Talent mag ook ontwikkeld worden. Tallon Griekspoor en Tim van Rijthoven zaten allebei al in de Nederlandse selectie voor de Davis Cup. Die twee zijn dus zeker een overweging tot een wildcard waard."
Dat een groot internationaal tennistoernooi als TEAN International in het, toch wat, kleine Alphen aan den Rijn gespeeld wordt, begrijpt Eltingh volkomen: "Alphen heeft het meest succesvolle industrieterrein van Nederland. Er zijn veel midden- en kleinbedrijven. Er is een grote businessclub en het is een gezonde, zakelijke omgeving. En doordat Alphen en het toernooi een lokaal karakter hebben, trek je mensen die er hard voor willen lopen, die echt iets voor elkaar over hebben."
Challenger
Eltingh twijfelt er ook niet aan, dat TEAN alles biedt wat nodig is om een challenger te organiseren. "Een challenger moet aan internationale eisen voldoen. De basisvoorwaarden zijn er, anders had de ATP (Association of Tennis Professionals) het toernooi niet al die jaren de titel 'challenger' laten dragen. En dat er spelers zijn met persoonlijke wensen en eisen, daarin moet een organisatie helemaal niet investeren. Het helpt ook niet mee aan een beter deelnemersveld. De organisatie moet zich richten op stakeholders. Zij moet zich richten op de spelers, de bezoekers, de sponsoren en de vrijwilligers. De organisatie moet het geld, dat in de kas zit, goed besteden en niet in het prijzengeld stoppen. Ze moeten alleen maar investeren in zaken als het winst oplevert. De haalbaarheid voor het toernooi, het koesteren, het uitbouwen, dat zijn de doelen. Dus dat betekent keuzes maken. Challengers, en ook de futures, zijn er om tennis te vieren."
Helpende hand
Eltingh wil, namens de KNLTB, de organisatie graag de helpende hand bieden. "Dit zit hem niet in het toestoppen van geld. Het toernooi moet de eigen broek ophouden. Maar de KNLTB beschikt wel over expertise en kennis. En die willen wij graag inzetten om dit soort toernooien te helpen succesvol te zijn en te blijven, ook in de toekomst. Van een goed evenement spat de passie af. Het moet niet automatisch gaan. Volop inzet is nodig. Als toernooien er zo in staan en de samenwerking willen aangaan, dan kan en wil de KNLTB helpen."