'Papa, ik ben wakker!' Half zes 's ochtends staat mijn wekker onberispelijk opgewekt naast mân bed. Nadat ik de troep van Klaasje Vaak uit m'n ogen heb gewreven, geconstateerd heb dat het nog zo goed als donker is en de eerste neiging van die ochtend - namelijk die van ergens mee naar de wekker of met de wekker zelf gooien - heb weten te onderdrukken, zie ik twee grote blauwe ogen naar me kijken. 'Papa, ben je nog een beetje moe?' Understatement van het jaar. Haar vonnis is echter rechtens onaantastbaar: zij is wakker, dus wij ook.
Koud in de woonkamer hoor ik het geluid van vallend speelgoed. Een doos met naakte Barbies wordt omgegooid en uit alle macht wordt geprobeerd een roze kinderfiets uit haar benarde positie te bevrijden. Elk kleuterhandelen gaat gepaard met geluiden waarvan buren niet in de opperste staat van geluk gaan verkeren, maar als de inhoud van alle dozen speelgoed eenmaal op de grond ligt, keert de relatieve rust terug. Fluisterstil zit ze tussen haar speelgoed. Ze zet Little People-poppetjes in een rijtje en gaat erachter zitten. 'Kom je ook mee met de bus, papa?'
Nee. Ik moet zo met de echte trein mee en dat is Openbaar Vervoer genoeg voor één dag. Zoals altijd neem ik met een bakkie het nieuws even door. Lage Zijde? Gaat niet door, verrassend. Lyczak? Mag gewoon blijven aankloten, portefeuille wordt doorgeschoven. Want zo gaat dat. Je kunt in politiek Nederland gewoon miljarden belastinggeld in banken investeren en een paar maanden later meer tijd gaan besteden aan je gezin, euh, ik bedoel natuurlijk de KPMG-familie. Niets aan 't handje. In de politiek hoef je je eigen drol nooit door te spoelen, ook al kost 'ie honderd miljoen euro. Doortrekken doet een ander wel voor je.
Als ik 's avonds thuiskom na een dag werken en daarna een potje zaalvoetbal, zie ik een buurman wanhopig met een takje proberen de post uit zijn brievenbus te halen. Hij is uit z'n huis gezet en vertelt me bijna huilend in het Engels en met een blik exportbier in z'n handen, dat hij zijn post écht moet hebben om erger te voorkomen. Ik kan niets voor âm doen, mijn sleutel past niet. Nu snap ik wel ineens waarom er onlangs een nagenoeg complete huisraad bij de vuilcontainer stond. Leek me al een beetje overdreven voor een picknick. Ik gok dat mijn voormalige buurman de derde of vierde is in een maandje tijd. En even denk ik terug aan die Lage Zijde. Honderd miljoen euro.
Misschien moet ik m'n dochter niet meer naar de kinderdagopvang brengen, elders is ze van groter nut. Dus vanaf deze week gaat ze een paar weken naar onze glazen Olympus, het gemeentehuis. En over een maandje naar Den Haag. En over twee maanden naar Brussel. 'Hallo, ik ben wakker! Zijn jullie nog een beetje moe?'Â