Trollenkoningin
In een land hier niet zo ver vandaan, leefde eens een kleine boosaardige trol, die Koningin Ezelien werd genoemd. Het zal bij u bekend zijn dat de meeste trollen niet altijd even aardig zijn en deze is daar zeker geen uitzondering op. Deze lelijke, kleine
Gekweld door jaloezie, afgunst en bewust van haar eigen lege bestaan, ging zij op zoek naar aandacht en dacht door af en toe boosaardige stukjes te schrijven, in een plaatselijk niemendalletje, om op die manier toch een beetje aanspraak te krijgen.
Door aan te pappen met de invloedrijkste man uit dat land, kreeg zij de verkeerde indruk zelf ook een rol van betekenis te vervullen in dat steeds groter wordende rijk.
Vrijwel niemand ging tegen haar in want velen hadden angst voor die invloedrijke man achter haar en zo kwam er een dag dat zij zichzelf tot leidster van het hele trollenland uitriep en iedereen naar haar moest luisteren.
Toen er in dat land een nieuwe raad van stamoudsten gevormd moest worden, was dit voor Koningin Ezelien aanleiding om eens alles uit de kast te halen. Alle frustraties die door het eenzame bestaan opgebouwd waren, spoten als projectielbraaksel uit haar met vitriool gevulde pen. De mensen waar van ze dacht bij in het gevlij te kunnen komen waren, in het openbaar veilig voor haar maar tijdens haar, regelmatig voorkomende, diep depressieve buien, net zo makkelijk onderwerp van haar boosaardige roddels. Want wie anders dan Koningin Ezelien neemt de moeite, in een privébericht, je te wijzen op het tijdstip dat anderen hun berichten online zetten met de toevoeging dat dit in kennelijke staat gebeurt. Het zal je imaginaire kleindochter maar zijn. Wat is het nut, anders dan boosaardige roddel om, wederom in een privébericht te melden dat een bekende Alphense samenleeft met een man die haar opa had kunnen zijn?
Mannen, maar vooral vrouwen werden vervloekt als zij ook maar het lef vertoonde een onvertogen woord te spreken of te schrijven over haar denkbeeldige vriendenkring of in te gaan tegen Koningin Ezeliens pseudowetenschappelijke denkbeelden, waarschijnlijk voortkomend uit een diepgeworteld minderwaardigheidscomplex en de pijnlijk kwellende, machteloze vaststelling dat ze zoveel minder succes- talentvol en aantrekkelijk gevonden werd dan alle andere vrouwen uit die stad. Van een open concurrentiestrijd met de andere vrouwen was dan ook geen sprake daar haar zwarte valsheid het daglicht niet kon verdragen.
Koesterde zij dan helemaal geen warme gevoelens? Een hardnekkige roddel galmde door de gangen van de vergaderruimtes waar de stamoudsten hun maandelijkse vergaderingen hielden. Koningin Ezelien zou haar zinnen gezet hebben op 1 van de stamoudsten en toen haar prins, in dit geval niet op het witte maar op een vurig jong paard, dan ook op een kwade dag, weliswaar geheel terecht door een verontruste inwoner, aangesproken werd op zijn onoorbare gedrag, spuwde zij vuur en begon wild om haar heen te meppen. Door niemand te stoppen, smeet ze de smerigste roddels rond in de stad en een ieder die maar iets te maken had met deze verontruste inwoner, moest er aan geloven.
Zelfs de politiek gestuurde uitslag van de hertelling bij de verkiezingen van de stamoudsten, greep zij aan om nog meer gif te spuiten en haar zwarte ziel te tonen aan de buitenwereld. Toen het door haar verspreide gif eenmaal neergedaald was probeerde ze zich nog in een waas van onschuld te hullen door met een boosaardig vingertje naar anderen te wijzen en zij alleen de boodschapper was. Maar voor de stedelingen was het duidelijk, die waas bleef als een giftige damp om haar hangen.
Weinigen hebben daarna nog iets van haar vernomen maar volgens een hardnekkig gerucht zou ze tegenwoordig in het riool als journalist haar kostje bij elkaar proberen te scharrelen.
Iedere overeenkomst met bestaande personen berust op hetzelfde toeval dan dat van de ruim 33.000 uitgebrachte stemmen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen er bij de hertelling precies 2 stemmen ongeldig werden verklaard van RijnGouweLokaal.