Geven of delen
Vandaag is de dag voor kerstmis, 24 december. Het is uitdeeldag voor de voedselbank. De voorlaatste uitdeeldag van het jaar, want ook volgende week doen onze vrijwilligers hun werk alsof ze zelf geen behoefte hebben aan een weekje rust. Overigens net als de supermarkten die in deze weken gewoon doorgaan om iedereen van voldoende feestelijk eten te voorzien.
Er zijn veel mensen en ondernemers die de afgelopen weken iets voor de klanten van Ons Winkeltje hebben gedaan. Ontelbare mensen hebben voor sinterklaas gespeeld en voor cadeaus gezorgd. Er zijn diners verzorgd door scholen en restaurants. Hele theaters zijn ter beschikking gesteld om onze klanten een leuke avond te bezorgen, Castellum en Parktheater. Heel veel mensen hebben hun best daarvoor gedaan. Ze hebben gezongen, muziek gemaakt, toneel gespeeld. Kinderen op scholen hebben extra wintervoorraad voor Ons Winkeltje ingezameld. Heel veel vrijwiligers hebben hun tijd ter beschikking gesteld.
De oplettende lezer zal zien dat ik nergens het woord 'geven' gebruik. Het is geen uitgiftedag, maar uitdeeldag. Sinterklazen hebben geen cadeaus gegeven. Diners en theaterplaatsen zijn niet weg gegeven. Vrijwilligers hebben hun tijd niet gegeven. Ouders van scholieren hebben geen voedsel gegeven.
Het vreemde van weggeven is dat je soms niets overhoudt. En daarom is weggeven ook eigenlijk een vreemde term. Als je 10 euro weggeeft, ben je het kwijt. Als je 10 euro deelt, houdt je nog over. Daarom zeggen we dus ook dat we weer een uitdeeldag hebben. We delen onze rijkdom met anderen. We delen het eten dat we over hebben met mensen die het minder hebben. We delen de theaterplaatsen die over zijn. De vrijwilligers verdelen hun tijd tussen die voor henzelf en die voor Ons Winkeltje. Sinterklazen delen hun cadeaus met hen.
Een wijze spreuk van de Dalai Lama is: Je geeft niet aan de armen, je deelt met hen. En ik voeg daaraan toe, als je deelt houd je altijd over.