Zeemijn
Ik dacht aan deze anekdote toen ik de berichtgeving volgde over de zeemijn die in de Westersingel in Leeuwarden werd gevonden. Er was aanleiding genoeg om dit voorwerp met een dreghaak uit het water te vissen en bij het vuilnis te zetten: een zeemijn (die toch al gauw zo'n 1500 kilo weegt) in een stadssingel is erg vreemd, het was 1 april en wie één blik op de onderzijde van de mijn wierp zag dat het een halve bol van purschuim was, getuige de foto's in de media. Laten we stellen dat de kans dat het hier om een gevaarlijk explosief ging erg gering was. Toch besloot de overheid om royaal in te grijpen. Huizen werden ontruimd, de buurt werd afgezet en de Mijnopruimingsdienst kwam er aan te pas.Â
Lafbekken
Wat ging er om in de hoofden van de bestuurderen? De burgemeester had een keuze: de kleine kans dat hij met het opvissen van het ding werkelijk een ontploffing zou veroorzaken of âhet zekere voor het onzeker nemenâ. Hij koos voor het laatste, want daarmee hoefde hij niet te vrezen voor vroegtijdig ontslag of een reprimande van de gemeenteraad. Uiteraard eindigde dit poppenspel met een persconferentie, waar de burgemeester met een rood hoofd van verontwaardiging de daders voorspelden dat âalle kosten op hen zouden worden verhaald!â waarmee hij zijn gebrek aan daadkracht en relativeringsvermogen uitgebreid onderstreepte.
Impotente bestuurders
Wat overblijft is de vraag wat er eerder was: Een samenleving waarvan we verwachten dat elk risico eruit wordt verbannen of deze impotente bestuurder. Welke van beiden het ook is; deze storm in een glas water (of zo u wilt: bal purschuim in een singel) toont weer eens aan dat besturen niet voor bange mensen is. Dat kan je beter overlaten aan mijn oude rector, die zich gedroeg zoals je van zo'n bestuurder verwacht: Hij nam een gecalculeerd risico en wist dat hij zijn baan kwijt zou raken als zijn beslissing niet klopte. En passant leerde hij zijn leerlingen dat een samenleving zich niet uit balans laat brengen door idiote acties van sensatiezoekers.