Achtergebleven afval op evenemententerrein? Zo kan het worden voorkomen
Grote evenementen brengen vaak een hoop troep met zich mee. Dit was ook het geval op het Zomerspektakel aan het Meer begin juni. Een week later lag her en der nog veel afval in Park Zegersloot. Hoe dat in het vervolg zal worden voorkomen legt het college uit.
Begin juli stelde GroenLinks het college een aantal vragen naar aanleiding van het vervuilde Zegerslootgebied. Zo vroegen zij zich af hoe deze “onwenselijke situaties” in de toekomst kunnen worden voorkomen en hoe dit wordt gehandhaafd.
Het college liet weten dat in de evenementenvergunning een standaard eindcontrole staat vermeld. Voorafgaand vindt een visuele inspectie plaats om de actuele staat van het terrein, zoals groen, verharding, openbare verlichting, straatmeubilair en (zwerf)afval, te controleren. “Na afloop zal weer een schouw plaatsvinden. Bij schade aan het terrein en/of eigendommen van de gemeente zal dit op uw kosten worden hersteld”, aldus het college.
Actualisering van het evenementenbeleid
“Op dit moment wordt het evenementenbeleid geactualiseerd en daarbij wordt ook gekeken naar het verminderen van afval bij evenementen”, vervolgt het college. In dit evenementenbeleid zal rekening worden gehouden met verschillende zaken. Ten eerste zal het college kijken naar een efficiëntere volgorde van het afbouwproces. “Zoals direct na het evenement (zwerf)afval op ruimen en daarna objecten als podia/tenten op te ruimen.”
Ook kijken ze naar de haalbaarheid van het verplicht stellen om een afval-, schoonmaak-, of duurzaamheidsplan in te dienen tijdens het aanvragen van een vergunning. Zo kan het afvalbeleid van tevoren al beter worden geregeld. Verder is het ook een mogelijkheid “om een borgsom op te nemen in de vergunning, om vlot na een evenement de schade te kunnen herstellen of afval op te ruimen.”
Naast het aanpassen van regels voor vergunningen en aanpassingen in het evenementenbeleid onderzoekt het college of en hoe herbruikbare drinkbekers zo snel mogelijk verplicht gesteld kunnen worden. Het college hoopt dit nog voor de landelijke verplichting, ingaand vanaf 2024, te kunnen realiseren.