Basisscholen zijn weer begonnen: “Heerlijk die vrolijke bekkies voor me”
Op maandag 11 mei was het zover. De basisschoolleerlingen mochten voor het eerst sinds weken weer naar school. Wij spraken een aantal directeuren van Alphense basisscholen en één van de ouders over de eerste schooldag. “Het was geweldig om alle kinderen weer te zien.”
Het ontvangst verliep op alle scholen boven verwachting goed. “Er waren geen huilende kleuters. Natuurlijk was het wel wennen, want je zit met een veel kleinere groep dan je gewend bent. Maar het ging eigenlijk heel goed”, vertelt Arjan Harskamp, directeur van de Rehobothschool.
Leraren blij met hervatten fysiek onderwijs
Leraren en leerlingen zijn vooral blij dat ze weer fysiek onderwijs kunnen geven. “Van het onderwijs op afstand hebben we veel geleerd, elke week opnieuw. Docenten werden ook steeds creatiever. Maar de drang om weer te beginnen was groot. Het blijft het leukste om de kinderen in het echt te zien”, vertelt Karin Bakker, directeur van het Mozaïek. Ook Harskamp staat er op deze manier in: “We zijn heel blij dat de school weer open is. Het is goed gelukt om het onderwijs op afstand vorm te geven, maar ons hart ligt echt bij het ontmoeten van de leerlingen.”
Vooral het weerzien van de kinderen was fijn. Nina Baldini, directeur van PCB De Windroos: “Het was heerlijk om de geluiden van de kinderen weer om ons heen te horen. Ook hielden ouders zich goed aan de regels. Na afloop hoorde ik alleen maar positieve geluiden van de leraren, ‘ach, ik heb zo’n fijne dag gehad’. Dat is heel leuk om te horen.”
Bij De Stromen voelde alles gelijk vertrouwd. “Alle docenten waren blij dat we weer lekker aan de slag konden. Het weerzien was voor iedereen een mooi moment, leraren beseften ook weer dat dit is waar ze het allemaal voor doen. Ook de kinderen zijn blij en ze gaan verrassend genoeg snel over op het ritme van weer naar school gaan”, vertelt Gerard Kreugel, directeur van De Stromen.
Zin om naar school te gaan
Ook kinderen stonden te popelen om weer naar school te gaan. Irene heeft twee kinderen op PCB De Windroos, één in groep 4 en één in groep 8. Zij vertelt: “De kinderen hadden erg veel zin om weer naar school te gaan. Zelf was ik het nog niet echt zat. Ik heb totaal geen stress gehad de afgelopen weken, maar het voordeel was dat ik zelf in het onderwijs heb gezeten. Andere ouders kijken daar waarschijnlijk anders tegenaan”, lacht Irene. “Wel vind ik het fijn voor de kinderen dat ze weer naar school kunnen, want ik merkte dat ze hun vriendjes en vriendinnetjes miste.”
Persoonlijk heeft ze weinig zorgen over het hervatten van het fysieke onderwijs. “Eigenlijk heb ik daar weinig zorgen over. Natuurlijk is het een risico, maar ik heb er vertrouwen in dat de school hier goed en op verantwoorde wijze mee omgaat. Daarbij kun je het virus ook buiten op straat oplopen, dat is voor mij om het even.” Ze vervolgt: “Daarbij was alles van tevoren netjes uitgewerkt door de school.”
Samenwerking met de gemeente
Scholen keken op tegen de voorbereiding, maar gelukkig sprong de gemeente bij. “Het is heel apart om zo onderwijs vorm te geven, het gaat eigenlijk tegen je natuur in”, vertelt Karin Plugge, directeur van PCB De Fontein. “Daarom was het heel fijn dat we kaders toegereikt kregen vanuit de gemeente. Dat scheelde een hoop tijd in de voorbereiding, want je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden. Ook was hierin alles met de kinderopvang uitgedacht, dus dat scheelde veel gedoe.”
De gemeente had hier ook hoog op ingezet, zo laat wethouder Gert-Jan Schotanus weten. “De afgelopen periode hebben we heel goed samengewerkt met alle scholen en besturen om het tot een succes te maken. We hebben ons echt ingezet voor de kinderen en dit is gelukt. Ik hoop dat de kinderen nu weer succesvol en met veel plezier naar school toe gaan”, vertelt Schotanus. “Het onderwijspersoneel verdient echt een dikke pluim voor de afgelopen periode.”
Leerlingen verdelen in groepen
Op de meerderheid van de scholen in Alphen worden de leerlingen in twee groepen verdeeld: groep A en groep B. Groep A gaat op maandag en donderdag naar school, groep B op dinsdag en vrijdag. Op woensdag blijven de leerlingen in principe thuis. “Het verdelen van leerlingen in twee groepen was wel puzzelen, want je moet met veel partijen rekening houden. Want als die leerling naar school moet, moet het broertje of zusje ook op die dag naar school. Maar uiteindelijk is dat allemaal gelukt. Voor de meivakantie was alles klaar. Dat was ook fijn voor de ouders, zo wisten ze ruim van tevoren waar ze aan toe waren.”
Bij PCB De Fontein is het gros van de leerlingen ingedeeld op alfabet, met hier en daar een paar uitzonderingen. “De meeste leerlingen hebben we ingedeeld op alfabet, dat was voor ons het makkelijkste. Voor de kleuters hebben we een onderscheid gemaakt in de jongste en de oudste kleuters, zodat de overgang naar groep 3 beter kan verlopen. Ook voor groep 8 hebben we een andere indeling gemaakt vanwege de eindmusical.”
Op de Rehobothschool gaat het er iets anders aan toe. “Bij ons gaan de leerlingen een halve dag naar school. Dat is anders dan werd geadviseerd, maar wij hebben na uitvoerig overleg met de medezeggenschapsraad toch besloten dat dit voor ons het beste is. Op deze manier kunnen we voor ons gevoel de vakken beter invulling geven. Maar mochten ouders in de problemen komen met opvang van de kinderen, dan springen we uiteraard bij.”
Coronamaatregelen
Op elke school gelden extra hygiënemaatregelen en zijn de lokalen anders ingericht om voldoende afstand van elkaar te kunnen houden. “Docenten hebben hun lokaal zelf ingedeeld naar hun eigen wensen en wat voor hun veilig voelt”, vertelt Bakker. Ook werken de scholen met gespreide pauzes en een continurooster om te zorgen voor minder verkeersstromen.
Bij de Rehobothschool zijn er stickers aangebracht op de grond met daarop de maatregelen. Maar een routing was niet nodig. “We hebben een ruim schoolgebouw. Door de leerlingen in twee groepen op te delen ontmoeten zij elkaar ook niet, dus was dat in ons geval niet nodig.” Kreugel: “Normaal werkten er bij ons ook veel leraren en leerlingen op de gang of in de aula, maar dat doen we nu niet. We houden leerlingen zoveel mogelijk in hun eigen lokaal.”
Bij PCB De Windroos en PCB De Fontein zijn ze met verf aan de slag gegaan. “Op het schoolplein hebben we met verf vakken gemaakt waar de leraren staan. We merken dat dit wel helpt, want het wordt op deze manier visueel gemaakt voor de kinderen”, vertelt Baldini. “In de school hebben we voetstappen gemaakt zodat de looproute duidelijk is.” Plugge: “Bij de ingangen op het plein hebben we met verf de boodschap ‘vanaf hier alleen kinderen’ gemaakt. In het gebouw zelf hebben we weinig hoeven aanpassen, omdat we al met looprichtingen werkten. De leerlingen zijn dat dus gewend en ze pakten deze routine gelijk weer op. Wel hebben we overal posters opgehangen met de maatregelen.”
1,5 meter afstand blijft lastig
Ondanks de soepele start, is het voor veel leraren en leerlingen nog wel omschakelen wat betreft het houden van 1,5 meter afstand. Vooral de kleuters hebben hier soms nog moeite mee. “De 1,5 meter afstand is wel lastig. Jonge kinderen hebben er vooral moeite mee, maar we proberen hier zoveel mogelijk uitleg over te geven. Maar helemaal dichtgetimmerd is natuurlijk niet mogelijk. We doen uiteraard ons best, maar 100% haalbaarheid is niet mogelijk”, vertelt Harskamp.
Dit werd ook zo ervaren bij Het Mozaïek: “Kleuters renden naar hun juf toe. Volkomen begrijpelijk omdat ze elkaar acht weken niet hebben gezien en dit voorheen wel kon, maar het mag natuurlijk niet.” Maar ook in andere situaties is het wennen. Kreugel: “Denk ook aan het geven van uitleg. Normaal stonden docenten naast de tafels van leerlingen, maar dat kan nu ook niet.” Baldini: “En wat als een kind valt en geholpen moet worden, of als een kleuter in zijn broek poept? Voorheen hielpen we hen, maar dat moet nu ook allemaal anders.”
Zorgen en waardering
De zorgen bij ouders vielen bij veel basisscholen mee. Harskamp: “Er waren wel wat ouders met zorgen, maar dat ging dan voornamelijk om situaties waarbij leerlingen of ouders in de risicogroep vallen. Met deze specifieke zorgen hebben we meegedacht met de ouders. Verder komen alle kinderen gewoon weer naar school.”
Bij PCB De Fontein is ongeveer 7% van de leerlingen thuisgebleven. “Ouders hadden opmerkingen als ‘mijn kind is geen proefkonijn’, maar het ging ook om leerlingen die kwetsbare ouders hebben”, vertelt Plugge. “Bij het personeel waren er eerst ook zorgen, maar na veel overleg verdwenen deze zorgen. We hebben geluisterd naar ons personeel en ze hebben naar eigen wens hun lokaal heringericht.”
Maar er is ook waardering voor de docenten. “Ik ben heel trots op mijn team en wat zij hebben neergezet. We hebben echt een goede start gemaakt”, vertelt Baldini. Leraren zijn vooral ook trots op de ouders. “Ouders hebben het geweldig gedaan”, vertelt Bakker. Kreugel: “Ze hebben hard moeten werken om alles voor elkaar te krijgen. Ook was het mooi om te zien hoe er saamhorigheid ontstond. Ze hebben alles op alles gezet. Dat heeft me echt geraakt.”
