Van de week was er een grote AI-bijeenkomst, want Alphen aan den Rijn moet de eerste AI-gemeente worden van heel Nederland. Het doel is om artificial intelligence (AI) een prominente plek te geven in de gemeente. Op zichzelf is het altijd een loffelijk streven om de eerste te worden, maar of dat met AI moet?
AI maakt het voor technische systemen mogelijk om hun omgeving waar te nemen, om te gaan met deze waarnemingen en problemen op te lossen om een specifiek doel te bereiken. Dat is de definitie via google. AI kan een heleboel dingen sneller en soms ook beter dan dat mensen iets kunnen. Het heeft daarom ongetwijfeld veel voordelen. Maar mijn onderbuik zegt dat het uiteindelijk meer problemen gaat geven dan het op zal lossen.
Er is nu al een grote tweedeling in de samenleving op digitaal gebied, een veel simpeler omgeving dan AI. Er zijn mensen die zweren bij hun technische snufjes en er zijn mensen die al gaan paniekeren als ze op een knop moeten drukken. In de praktijk zijn er ook heel veel mensen, ik denk de altijd zwijgende meerderheid, die zeggen dat ze blij zijn maar die in werkelijkheid geen benul hebben.
Een aardig voorbeeld is het fenomeen dat iedereen een hele goeie smartphone móet hebben die van alles kan. In de praktijk kunnen de meeste mensen bijna niets met die telefoon.
Ik herinner me nog dat er in de Alphense zwembaden een rooster digitaal op zo’n telefoon kon worden bekeken. Maar de zwemmoeders konden het niet helemaal zien en kwamen klagen. En dus moest bij de receptie worden uitgelegd dat je dan over je scherm moet swipen.
Een ander ding is dat veel mensen helemaal niet met de eisen van hun telefoon, en de social media die erop staan, kunnen omgaan. Het is op z’n minst zwaar irritant als je tafelgenoot, zeker in een restaurant, bij elke piep op die telefoon moet kijken. Daar hebben we een goed Nederlands woord voor: verslaafd! Het enge is dat een niet bestaande werkelijkheid voorrang krijgt boven de realiteit.
AI is nog een stap verder weg van onze menselijkheid. Het fenomeen lijkt een snelweg naar de toekomst. Maar ik zie het meer als een voorbeeld van een doorgeslagen samenleving. Een die zoveel mogelijk gebruik maakt van techniek en totaal over het hoofd ziet dat één grote storing aan het elektriciteitsnet meteen onze hele wereld ontwricht. En die aan de andere kant mobieltjes uit scholen weert zodat onze kinderen weer leren lezen en schrijven en die Operatie Steenbreek nodig heeft om een normaal milieu rond woonhuizen te scheppen.