Hoewel ze reuzelief en schattig zijn, zou je in een stad of dorp geen honden moeten toestaan. Mensen zijn al niet goed bestand tegen het wonen tussen vier muren in een betonnen omgeving. Dus voor honden moet je dat al helemaal niet willen.

Huisdieren hebben in het algemeen helemaal geen goed leven. Ook niet als het baasje veel van ze houdt en vaak met ze uitgaat of hun hok regelmatig verschoont. Een dier is een dier. Of je het nu over een kanarie in een kooi hebt of over een konijn in een hok in de achtertuin of een aangelijnde hond. De crux is die kooi, dat hok en die lijn.
Voor je kinderen zou je er niet over piekeren, nou ja soms wel dus en ook voor je liefhebbende echtgenoot. Punt is: huisdieren hebben nul komma nul vrijheid, kunnen hun natuurlijke leven niet leiden en zijn er uitsluitend voor ons plezier.

Een groot probleem is daarnaast het afval van die dieren. Kattenbakvulling naast de ondergrondse vuilcontainers stinkend en wel op de stoep. Hondenpoep op elke grasspriet en onder elke struik.
Een paar jaar geleden liet de toenmalige wethouder Hans Groen in’t Wout aan de verzamelde pers een trapveldje in de Componistenwijk in Alphen-Stad zien. Hij had de kinderen uit de buurt een vlaggetje naast elke drol laten plaatsen. Maar liefst achthonderd stuks.
Dat is er niet heel veel beter op geworden. Hondenpoep is nog altijd ergernis nummer 1.

Het fenomeen huisdieren is laat in het bestaan van de mensheid ontstaan. Enige tienduizenden jaren geleden begon de ellende. Eerst als iets nuttigs: honden helpen al 40.000 jaar bij de jacht en geiten geven al 10.000 jaar melk aan hun eigenaar. Later ook als aaibaar gezelschap.

Maar het blijven dieren en zij zouden gewoon niet in steden gehouden moeten worden. Dus in plaats van hondenbelasting gaan oormerken voor poepzakjes, is het vast een goed idee om die belasting flink omhoog te gooien zodat het fenomeen huisdier een zachte dood kan sterven.