Nieuwe methode om armoede in Nederland te meten gepresenteerd
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nibud hebben vandaag een nieuwe methode gepresenteerd om armoede in Nederland nauwkeuriger te meten. Hierbij worden voor het eerst de werkelijke kosten van wonen en energie meegewogen en wordt gekeken naar de financiële buffers van huishoudens. Volgens deze nieuwe berekening leefden in 2023 ongeveer 540.000 mensen onder de armoedegrens, wat neerkomt op 3,1% van de Nederlandse bevolking.
In Alphen aan den Rijn ligt het percentage mensen dat in armoede leeft lager dan het landelijke gemiddelde, namelijk op 2,0%. Dat betekent dat van de 50.669 huishoudens in Alphen ongeveer 1.000 huishoudens – oftewel 2.300 mensen – in armoede leven. Dit is aanzienlijk lager dan in de grote steden, waar het percentage boven de 6% ligt.
Nieuwe meetmethode
De nieuwe meetmethode houdt rekening met de daadwerkelijke woonlasten en kijkt naar hoeveel geld er overblijft na het betalen van de vaste lasten. Huishoudens met een lage inkomensbuffer of hoge woonlasten kunnen hierdoor sneller als arm worden aangemerkt. SCP-directeur Karen van Oudenhoven benadrukt het belang van deze nieuwe aanpak: “Eén duidelijke maatstaf was hard nodig, zodat beter zichtbaar wordt wat huishoudens minimaal nodig hebben om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving.”
Hoewel er in 2023 minder mensen in armoede leefden dan in eerdere jaren, is de ernst van de armoede toegenomen. Steeds meer werkenden vallen onder de armoedegrens, en het aantal mensen dat langdurig arm is, blijft een zorgwekkend probleem.