Oud Alphen: Het Rijnlandse oproer
Op de avond van zondag 18 april 1813 verzamelden zich dorpelingen uit Oudshoorn en Alphen bij de buitenplaats Weltevreden, net buiten Oudshoorn. Ze waren verontwaardigd over de aankondiging van een nieuwe dienstplicht en voelden de dringende noodzaak om actie te ondernemen.
Pieter van Lee, een van de aanwezigen, had een plan: ze moesten de registers met dienstplichtigen in handen krijgen, in de hoop een einde te maken aan de lasten van de dienstplicht. Deze vastberaden mannen zouden uiteindelijk een opstand ontketenen die enkele dagen lang de Hollandse dorpen Aarlanderveen, Oudshoorn, Alphen en zelfs de stad Leiden in hun greep zou houden. Jan Dinkelaar, een ooggetuige van deze opstand, hield levendige dagboekaantekeningen bij van de gebeurtenissen die zich voor zijn ogen afspeelden.
Voorgeschiedenis
Het verzet tegen de dienstplicht was begrijpelijk, gezien de voorgeschiedenis. Onder koning Lodewijk Napoleon had het Koninkrijk Holland geprobeerd zich te verzetten tegen de invoering van de dienstplicht. Om toch te voldoen aan de behoefte aan troepen voor zijn keizerlijke broer, besloot Lodewijk Napoleon in 1809 weeskinderen in te schakelen. Alle jongeren van zestien jaar en ouder moesten zich melden bij de kazerne in Utrecht. Het ophalen van deze weeskinderen in Rotterdam leidde tot een oproer in de stad, en ook in Amsterdam brak onrust uit vanwege een vergelijkbare vorm van dienstplicht die Lodewijk wilde invoeren. Als reactie op deze opstanden trok de koning zijn besluit in.
Napoleon zou zijn broer minder dan een jaar later afzetten en het Nederlandse grondgebied definitief bij zijn eigen keizerrijk inlijven. Hierdoor kon de Nederlandse bevolking niet langer ontsnappen aan de Franse dienstplicht, wat voortdurende onrust in het land veroorzaakte. Historicus Johan Joor documenteerde in deze periode in totaal 206 verschillende opstanden tegen de dienstplicht, die plaatsvonden tussen 1806 en 1813.
Een belangrijke verandering vond echter plaats in het jaar 1812, mede als gevolg van de rampzalige veldtocht van Napoleon naar Rusland. Het beeld van de onoverwinnelijke legerleider was geschonden, en dit bracht de bevolking aan het twijfelen: misschien was er toch een einde mogelijk aan het keizerlijke regime? Bovendien had het Franse leger in 1812 en 1813 te kampen met tal van tegenslagen, waardoor Napoleon niet anders kon dan een nieuwe dienstplicht aankondigen. In totaal werden 150.000 soldaten opgeroepen uit zijn hele rijk, waarvan 3.778 dienstplichtigen uit Nederland afkomstig moesten zijn.
Platteland Alphen aan den Rijn
Op 17 april 1813 bereikte het nieuws van een nieuwe dienstplichtinschrijving het platteland rond Alphen. Dit nieuws veroorzaakte onrust onder de inwoners, die zich verzamelde en de opschrijfregisters vernietigde om te voorkomen dat mannen werden opgeroepen voor dienst in het Franse leger. Op 18 april kwamen ze bijeen en besloten actie te ondernemen, waarbij ze de registratieboeken van de dienstplicht wilden bemachtigen. Ze verzamelden zich op straat, zongen anti-Franse en Oranje-liederen, en slaagden erin de boeken in Alphen te verkrijgen. Dit resultereende in vernielingen en geweld, waarbij de boeken werden vernietigd. Uiteindelijk werd de orde hersteld met de hulp van Franse troepen, en de opstandelingen werden berecht.