Restaurant Knøss: een faillissement met een vieze geur
Restaurant Knøss ging vorige week failliet. Naast de belastingdienst en leveranciers, zijn er veel particulieren de dupe geworden. Het is op z’n zachtst gezegd niet netjes gegaan.
Stel dat je een vriend duizend Euro leent. Als je later vraagt hoe het gaat, zegt hij dat jij je geld bij iemand anders moet gaan terughalen. Dat heeft hij zo met die ander afgesproken zonder jouw toestemming. Wat zou je dan zeggen?
Zoiets is in Alphen met het faillissement van restaurant Knøss gebeurd.
De geschiedenis
Wouter Keijzer, Jos Burger, RobertJan van Noort en Kees van Keeken hadden het plan om aan de Oude Rijn een restaurant te beginnen. Eigenlijk een hobbyproject, want ze bleven toch vooral actief bij BNpunt architecten (2x), ontwerpbureau Pankra en de plaatselijke schoenenwinkel van Keeken. (Die in Alphen! Die in Bodegraven is zelfs geen familie).
Met ronkende teksten wisten ze maar liefst 140 mensen met een crowdfundingsactie zo gek te krijgen om samen 180.000 Euro te lenen aan de door de vier mannen (en hun BV-tjes) opgerichte VOF. “Naast het bedrag dat we zelf inleggen” zo was te lezen.
“Door MEE te investeren kun je straks zeggen dat jij Knøss mede mogelijk hebt gemaakt en kun je delen in het succes”. Dat was het eerste foutje. Er was geen sprake van een investering. Daar zit risico aan, maar het was een lening. Dat is normaal gesproken veel minder gevaarlijk, maar daar staat dan hooguit wat rente tegenover en zeker geen winstdeling.
Het 2e foutje was, dat de vennoten, ondanks hun beloftes, niks investeerden. Sterker nog: ze hebben geld uit de zaak gehaald, toen het publiek meer leende dan echt nodig was. N.B. de vennoten geven overigens aan dat dat niet zo is, maar dan vertoond het jaarverslag stevige fouten t.a.v. de balanspositie.
In het persbericht over het faillissement krijgen Covid, de energierekening en personeelsgebrek de schuld, maar vanaf het begin zat het al niet goed. Te weinig aandacht, te weinig horecaervaring en te weinig druk op de eigen portemonnee (Easy Money van anderen). Fout nummer 3. Over oneerlijke concurrentie zal ik het maar niet hebben.
De fusietruc
Toen het schip begon te zinken hebben de mannen een truc laten verzinnen door een adviseur. Ik kan me niet voorstellen dat ze zelf zo slim waren. Bij notaris JanBert Heemstra van de Clercq werden in één keer de bestaande BV’s opgeheven en de alle bezittingen en schulden (dus ook die aan de leninggevers) in een nieuwe BV ondergebracht. Juist: de BV waarvoor faillissement is aangevraagd. Nu kunnen schuldeisers bezwaar maken tegen zo’n soort fusie, maar dan moeten ze wel van de plannen weten. Die horen in een landelijk dagblad te worden gepubliceerd. Als dat al is gebeurd, is dat ergens met een miniadvertentie gedaan, want zoekmachines kunnen niks vinden. Zeker is in ieder geval, dat de mannen niet de moeite hebben genomen om iedereen netjes te informeren. Toen ze geld vroegen kon dat wel!
Volgens de rechtbank had zich dan ook niemand verzet tegen de transactie. Dat snap ik, niemand wist er van. Wat ik niet snap, is dat de fusie door kon gaan, terwijl Kees niet eens zijn cijfers had gepubliceerd. Dat is een economisch delict. Fout nummer 5. Fout nummer 4 was de zonde tegen het negende gebod: “gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste”. Iets verzwijgen valt daar ook onder.
Het faillissement
De 4 mannen springen er prima uit. Ze hebben in de BV ieder 6 briefjes van 20 Euro ingelegd. OK, die zijn ze kwijt, maar anderen zoals de leninggevers, de leveranciers en belastingdienst (= wij allemaal) gaan voor (veel) meer dan een kwart miljoen! het schip in.
Dat iemand, die keihard heeft gewerkt, maar het hoofd niet boven water kon houden, failliet gaat en niet tot zijn dood in de zorgen blijft, is prima. Drie jaar bijstand is al erg genoeg. Daar is de wet ook voor bedoeld, maar deze Knøss-constructie is misbruik maken van wetgeving. Zeer waarschijnlijk vooropgezet. Ik zeg het niet, maar denk het wel: “witte boordencriminaliteit”. Juridisch misschien net binnen de lijntjes, maar moreel er ver over heen. Fout nummer 6.
Hoe nu verder?
Stel nu eens dat de vier mannen, nu net zo stoer zijn als toen ze zich presenteerden bij de crowdfunding. Dat ze tenminste de helft van de particulieren en kleine bedrijfjes terugbetalen. Dat is 25.000 Euro p.p. en dat moet makkelijk kunnen uit hun eigen bedrijf. Een ander moet ook voor een hobby betalen. Zeker Keesje de Krabbelaar (typering ooit door premier Ruud Lubbers verzonnen) moet dat kunnen. Hij is bezig met een nieuwe huurder. Volgens de curator zijn ze namelijk al ver met een doorstart. Een doorstart voor een habbekrats zonder schulden, over de rug van anderen! Dat zou fout nummer 7 zijn.
Machiel van der Schoot
P.S.
- Ik heb zelf niets geleend, dus schrijf niet omdat ik niet tegen mijn verlies kan.
- Niemand van de betrokken heeft gereageerd op vragen van mijn kant.
- Alle informatie heb ik gehaald uit officiële documenten.