Studentenwelzijn en werkdruk bij docenten grootste zorgen in mbo en hoger onderwijs
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) wordt hard geraakt door de maatregelen die zijn getroffen om het coronavirus terug te dringen. ‘’Dit is vooral zichtbaar bij het welzijn van studenten, de werkdruk van medewerkers, de beschikbaarheid van stages, leerbanen en praktijklessen’’, zo stelt de Rijksoverheid. Dit is ook het geval bij mboRijnland in Alphen.
 v2.gif)
‘’De studievoortgang en de onderwijskwaliteit blijven door de enorme inzet van studenten, docenten en overig onderwijspersoneel tot nu toe nog op niveau, maar dat neemt de zorgen voor de toekomst niet weg.’’ Dit schreef minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven vorige week in een brief aan de Tweede Kamer over de gevolgen van het coronavirus voor het mbo en hoger onderwijs.
Invloeden voor het onderwijs in Alphen
De invloed van het coronavirus is ook duidelijk zichtbaar bij mboRijnland. ‘’Vanwege de maatregelen zijn we overgegaan van grotendeels fysiek onderwijs naar grotendeels online onderwijs. Voor sommige opleidingen gaat dit prima en zijn de studenten goed in staat om zelfstandig hun planning in de gaten te houden en de lessen online te volgen. Maar dit geldt niet voor iedereen’’, laat Anne van Leeuwen van mboRijnland weten. Met name bij het meest urgente onderwijs zorgt mboRijnland ervoor dat de studenten circa één à twee keer per week zo’n vier tot acht uur fysiek onderwijs krijgen. ‘’Dit is vooral om alle studenten op de rails te houden om examens en stage voor te bereiden of studievoortgang te behouden.’’ Al het overige onderwijs vindt online plaats.
Problematiek bij het zoeken van stageplaatsen en leerwerkplekken
Van Leeuwen vervolgt: ‘’Daarnaast zien we ook een groot tekort van het aantal stageplaatsen en leerwerkplekken. Zo zien we bijvoorbeeld bij de opleidingen die vallen onder Dienstverlening problematiek. Bij opleidingen zoals Toerisme & Recreatie worden bijvoorbeeld boekingen in vakantieparken door gasten geannuleerd. Er zijn dan ook geen stagiaires nodig.’’ Ook hebben stagiaires het moeilijk bij opleidingen zoals Sport & Bewegen en de horecasector. ‘’Ook de horeca is dicht met als direct gevolg dat ook in die sector geregeld een probleem ontstaat voor onze studenten.''
‘’Vooral de BBL-studenten, die zo’n drie à vier dagen in de week werken en één dag in de week naar school gaan, zitten in een lastig parket. Hun contracten worden vaak niet voortgezet.’’ Zo ziet de school bijvoorbeeld dat studenten al in hun proeftijd worden laten gaan, waardoor zij geen leerwerkplek meer hebben én geen inkomsten. ‘’Met de stages die BOL-studenten lopen, zien we dat de stagiaires die al geplaatst zijn veelal toch terecht kunnen. Zo kunnen koks die stage lopen gelukkig nog blijven koken voor de afhaalmogelijkheden bij restaurants, en worden gastvrouwen en gastheren ingezet om online bestellingen op te pakken.’’
Grote verschillen voor studenten en werknemers
Van docenten wordt nu al geruime tijd gevraagd om hun lessen grotendeels online te verzorgen. Dit is volgens Van Leeuwen ook voor hen een enorme verandering in de manier van lesgeven. ‘’We zijn ontzettend trots op hoe onze docenten het geven van onderwijs opnieuw hebben uitgevonden, en hoe zij nu al maandenlang flexibel meebewegen in alle veranderende omstandigheden, waarbij de kwaliteit van onderwijs altijd voorop staat.’’
‘’Dit breng veel extra werk met zich mee’’, aldus Van Leeuwen. Naast het feit dat docenten het geven van hun lesstof in een nieuwe vorm hebben moeten gieten, is bijvoorbeeld ook de planning een enorme uitdaging van het overschakelen op deels online en deels fysiek onderwijs. De verwachting is dat deze situatie nog aanhoudt zolang de coronacrisis duurt. De gemeente, EDBA, VOA en mboRijnland zetten zich daarom samen in om een aanpak rond jeugdwerkloosheid te ontwikkelen, waarbij onder andere wordt gekeken naar hoe er meer stageplekken gegenereerd kunnen worden.
