Tarieven drinkwater 2025 bekend
Op dinsdag 26 november 2024 zijn de tarieven voor het drinkwater van Oasen vastgesteld tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De prijzen zijn gestegen door de investeringen die Oasen heeft moeten doen om betrouwbaar drinkwater te blijven leveren.
Het drinkwater van Oasen kost komend jaar € 23,02 per maand voor een gemiddeld huishouden. Een stijging van € 1,80 door de investeringen die Oasen moet doen in zuiveringen, waterleidingen en andere infrastructuur. Belangrijke onderdelen om betrouwbaar drinkwater te blijven leveren.
Het komende jaar rekent Oasen € 1,62 voor 1.000 liter drinkwater. Het vastrechttarief wordt € 114,07 per jaar. Wat klanten precies betalen, hangt af van het watergebruik en de samenstelling van het huishouden.
Intensievere zuivering en uitbreiding capaciteit
De vraag naar drinkwater stijgt, de effecten van klimaatverandering zijn al zichtbaar en de kwaliteit van drinkwaterbronnen gaat achteruit. Deze veranderingen vragen om een intensievere zuivering en uitbreiding van de productiecapaciteit. Alleen zo kan Oasen de beschikbaarheid en kwaliteit van het water uit de kraan verzekeren. Jaarlijks investeert Oasen gemiddeld 50 miljoen euro in de noodzakelijke infrastructuur.
Zo komt het drinkwatertarief tot stand
Het drinkwatertarief wordt bepaald door de kosten die Oasen maakt voor de winning, zuivering en distributie van het drinkwater en de ondersteunende diensten die hiervoor nodig zijn. De belangrijkste bron voor Oasen is het oevergrondwater langs rivier de Lek. Daarna wordt dit grondwater tot drinkwater gezuiverd en vervolgens getransporteerd naar klanten. Oasen doet dit tegen de laagst mogelijk maatschappelijke kosten.
De aandeelhouders van Oasen, de 21 gemeenten in het voorzieningsgebied, keuren jaarlijks de drinkwatertarieven goed. De ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) houdt toezicht op de tarieven van waterbedrijven in Nederland.
De bedragen zijn inclusief belastingen van dit jaar. Het tarief voor Belasting op Leidingwater voor 2025 wordt medio december bekendgemaakt door de Rijksoverheid.