Tien maanden cel voor jurist die nabestaanden Alphense schietpartij dupeerde
Een jurist die betrokken was bij de zaak van de schietpartij in winkelcentrum Ridderhof in Alphen aan den Rijn is vrijdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk. De rechtbank in Den Haag oordeelde dat de man handtekeningen van nabestaanden had vervalst om zichzelf financieel te verrijken, een daad die volgens de rechter diepe impact heeft gehad op de betrokkenen.
De schietpartij vond plaats op 9 april 2011, toen Tristan van der V. het leven van zes mensen nam en zeventien anderen verwondde voordat hij zichzelf van het leven beroofde. Nabestaanden, die destijds werden geconfronteerd met groot verdriet en trauma, dienden een schadeclaim in tegen de Nederlandse Staat. De veroordeelde jurist vertegenwoordigde hen in dit proces, maar hun vertrouwen werd ernstig geschonden.
Samenwerking
In 2021 verbraken de nabestaanden de samenwerking met de jurist. Kort daarna startte hij een juridische procedure tegen hen, waarin hij vervalste documenten gebruikte om een hogere vergoeding te ontvangen. Hij wijzigde contracten en voerde vervalste akkoorden op die een vergoedingverdubbeling zouden regelen. Deze documenten stelden de jurist bovendien in staat om via zijn eigen bedrijf beslag te leggen op betalingen aan de nabestaanden.
De rechtbank stelde vast dat de jurist niet open was over zijn acties en geen verantwoordelijkheid nam voor zijn handelingen. Door deze handelswijze werden de nabestaanden, die al zware verliezen hadden geleden, opnieuw geconfronteerd met misleiding en rechtsonzekerheid. Hoewel de benadeelden om een schadevergoeding vroegen, kon de rechtbank niet vaststellen of de geleden schade direct voortvloeide uit het handelen van de jurist, waardoor dit verzoek werd afgewezen.
Reactie van Orlando I. Kadir
In reactie op het vonnis van de rechtbank heeft Orlando I. Kadir via zijn jurist laten weten diep teleurgesteld te zijn over de uitspraak. Kadir benadrukt dat hij onschuldig is aan de beschuldigingen van het vervalsen van handtekeningen en het gebruik van vervalste documenten. Hij verklaart: "Ik ben diep teleurgesteld door de uitspraak van de rechtbank. Ik blijf bij mijn standpunt dat ik onschuldig ben aan de beschuldigingen die tegen mij zijn ingebracht."
Kadir spreekt zijn dank uit aan de vierhonderd cliënten uit het dossier Bloedbad die hem hebben gesteund. Hij benadrukt dat ook zij benadeeld zijn door de ex-cliënten die volgens hem frauduleuze handelingen hebben gepleegd. Kadir overweegt in overleg met zijn juridische team de mogelijkheden voor hoger beroep, vastbesloten om zijn naam te zuiveren en zijn professionele reputatie te herstellen. "Er is een verschil tussen de waarheid en een gerechtelijke uitspraak", aldus Kadir.