Vakantiestress
We stonden voor de gesloten bomen van de Julianabrug. Dik boven de dertig graden en geen zuchtje wind. Het kleine heuveltje de brug op had voor een zweetstroom gezorgd waar geen einde aan leek te komen. ‘Die zes weken vakantie duren wat mij betreft veel te lang,’ zei de blondharige. ‘Nou, inderdaad,’ vond de krullenbol. ‘Gelukkig maar dat het deze week vakantiespel is. Even een weekje rust en geen gezeur aan mijn hoofd.’
Ongemerkt schoof ik het voorwiel van mijn fiets tussen de achterwielen van het tweetal voor me om dichterbij te komen zodat ik het gesprek beter kon volgen. ‘En weet je wat het mooiste is, dat we thuis nog een hele discussie hebben moeten voeren over wel of niet meedoen. Ik ben blij dat het doorging. Nog een week thuis en ze hadden me naar het gekkenhuis af kunnen voeren.’
Ik heb geen schoolgaande kinderen meer, dus ik ben het ritme van schoolvakanties een beetje kwijt. Maar ik begreep meteen dat we aan de laatste loodjes van deze zomervakantie bezig zijn. Het gemopper ging dan ook nog even vrolijk door. ‘Als het nou niet zo wisselvallig weer was geweest de afgelopen weken, had je niet die constante strijd gehad over binnen of buiten spelen. Of over te lang op de computer zitten en gamen.’ De krullenbol was het er honderd procent mee eens. ‘En wat dacht je toen we op vakantie waren. Je loopt je benen onder je kont vandaan en het is nooit goed. De afwas, de tent aanvegen, het slaapcompartiment opruimen, echt overal was ruzie over.’ De blonde zuchtte. ‘Breek me de bek niet open. Wij waren op een all-inclusive vakantie in Turkije. Geweldig zwembad, prachtig weer, fantastische glijbanen en eten en drinken waar en wanneer je maar wilde, maar toch iedere dag gezeur. Over het samen aan het avondeten zitten, over de excursies en over het wel of geen ijsje. Niets was goed.’ De krullenbol knikte. ‘Nou, wat mij betreft mogen ze zo snel mogelijk de zomervakantie afschaffen of inkorten.’
De blonde legde een hand op de schouder van de krullenbol. ‘Ach joh, je moet maar zo denken, we hebben het weer gehad voor een jaar.’ De jongen met de krullen glimlachte en sloeg zijn arm om zijn vriend heen. ‘Inderdaad, maandag weer lekker naar school.’