Waarom de kerk op de locatie van het Romeinse badhuis staat
De Adventskerk staat op de locatie van het badgebouw van het Romeinse castellum Albaniana. Wanneer hier een christelijke kerk wordt gebouwd, dus wanneer er een middeleeuws dorp is ontstaan, is onbekend. Zeker is de bouw van een romaans kerkgebouw, maar een eerder kleiner Karolingisch kerkgebouw is mogelijk.
Wanneer de eerste christelijke kerk naast de ruïnes van het Romeinse castellum wordt gebouwd is onbekend. Omdat de kerk telkens wordt herbouwd op dezelfde locatie is een archeologisch en bouwhistorisch onderzoek lastig zo niet onmogelijk. Dat betekent echter niet dat er helemaal niks is onderzocht door wetenschappers. Er zijn tijdens de hele twintigste eeuw opgravingen.
De locatie van de kerk is in ieder geval dezelfde als die van het Romeinse stenen badhuis, de thermen. Hiervan is de noordelijke gevel opgegraven. Deze lag als het ware tussen de Adventskerk en het naastgelegen winkelpand en is bijna even lang als het kerkgebouw. Naast Kapel De Smeth, aan het Omloopkanaal, is hier vanaf het hek goed zicht op.
Sporen van de Romeinen
Het is zeker dat deze Romeinse gevel van een badhuis is, omdat er onder meer delen van een verwarmingssysteem zijn gevonden en door de locatie naast de zuidelijke poort van het Romeinse castellum. Sporen van het Romeinse badhuis zijn tijdens verschillende opgravingen in de twintigste eeuw aangetroffen, onder meer na de grote brand van 1916 en bij aanleg van rioleringen. Ook tijdens de grote archeologische onderzoeken in 1998-1999 en 2001-2002 zijn resten gevonden.
Romeins bouwmateriaal
Het komt vaak voor dat vroege kerken in of bij Romeinse ruïnes worden gebouwd, omdat deze geschikt bouwmateriaal leveren. Bovendien heeft een Romeins badhuis min of meer een geschikte indeling zodat een christelijke kerk, binnen de muren of met gebruik van resten van muren, neergezet kan worden. Soms wordt in eerste instantie een houten kerkgebouw neergezet en later pas een stenen exemplaar. Het gaat dan vaak om hele vroege kerken. Wanneer de eerste Alphense kerk is gebouwd, is niet bekend.
Locatie Romeins badgebouw
Naast het Alphense castellum Albaniana staat vanaf eind tweede eeuw zeker een stenen badgebouw. Er zijn op de locatie bijvoorbeeld veel gestempelde bakstenen gevonden die goed dateerbaar zijn. Het badhuis staat schuin tegenover de zuidelijke poort langs de Limesweg. Tussen het badhuis en het castellum ligt een grachtenstelsel. Het castellum wordt in het jaar 41 gebouwd en in de derde eeuw verlaten.
Alfna
De eerste keer dat Alphense kerkelijke bezittingen worden genoemd, is in de tiende eeuw op een goederenlijst van de Utrechtse Sint Maartenskerk, de bisschopszetel van Friesland. De naam van de bezittingen is Alfna, een kerkgebouw wordt niet specifiek in de stukken genoemd. Omdat dit dan al een erg oude naam is, is het waarschijnlijk dat er al heel vroeg, mogelijk in de Karolingische periode, kerkelijke bezittingen zijn.
Bonifatius
De oudst bekende Alphense kerk is aan Bonifatius gewijd die aan het begin van de achtste eeuw vanuit het Frankische Rijk in Friesland als zendeling aan het werk is. In eerste instantie samen met Willibrord, de bisschop van Utrecht, maar aan het einde van zijn leven alleen. In deze periode is in Friesland het christendom niet erg verspreid onder de plattelandsbevolking.
Alfna ligt aan de rand van het Friese gebied waar de zendelingen hun werk doen. Dat wil niet zeggen dat Bonifatius daadwerkelijk in Alphen is geweest en ook niet dat hij een kerk heeft gesticht. De zendeling kan vanuit Bisdom Utrecht ook een claim hebben gelegd op de regio, omdat er voor de kerk geld te verdienen is aan kleiwinning of agrarische activiteiten.
Bonifatius is namelijk ambitieus en zeer invloedrijk zowel in religieuze als in wereldlijke gelederen. Het grootste deel van zijn carrière speelt zich trouwens af in het huidige Duitsland waar hij verschillende bisdommen sticht.
Percelen
Oudere sporen dan een romaans kerkgebouw zijn er ook. Deze stammen uit een tijd voordat deze kerk wordt gebouwd. Er zijn sloten gevonden naast het kerkhof om percelen in te delen. Het is mogelijk, misschien wel waarschijnlijk, dat het kerkhof aanzienlijk ouder is dan de twaalfde of dertiende-eeuwse romaanse kerk. Dit wordt bevestigd door vroegmiddeleeuwse bewoning rond het castellumterrein.
Romaanse kerk
In 1273 wordt de Alphense kerk genoemd in juridische stukken. Graaf Floris V ruilt het patronaat van de kerk van Alphen om voor die van de kerk van Monster. Het gaat er daarbij om dat het Utrechtse bisdom geen kerkelijke zeggenschap heeft in grafelijke Haagse bezittingen en andersom. De tijdens de archeologische opgravingen in 1998-1999 aangetroffen kloostermoppen in de kerkhofmuur naast het huidige kerkgebouw bevestigen dat er in de tijd van Floris V een romaanse kerk staat.
Sarcofagen
Er zijn twaalf tufstenen sarcofagen gevonden op het kerkhof naast de kerk tijdens dezelfde archeologische opgravingen. Dit wijst eveneens op een romaanse kerk. De sarcofagen zijn gemaakt van hergebruikt tufsteen uit de Romeinse vestingmuur of het zuidelijke poortgebouw van castellum Albaniana dat naast het kerkhof ligt. Door de sporen van mortel op de sarcofagen is duidelijk dat ze een deksel hadden. Dit soort sarcofagen wordt vaker aangetroffen in romaanse kerken.
Na de Romeinen
Nadat het Romeinse leger castellum Albaniana verlaat, uiterlijk rond het jaar 275, is er niet direct sprake van duidelijke bewoning. Het is echter mogelijk dat Romeinse ‘achterblijvers’ in het voormalige kampdorp blijven wonen op de hogere gronden aan de westkant, dit gebeurt vaak. Een andere optie is dat er aan het einde van de vijfde eeuw nieuwe bewoners komen, zoals ook in Koudekerk is aangetoond. Of een combinatie: er wonen nog mensen en er komen nieuwe mensen bij.
Vroegmiddeleeuwse sporen
Op het castellumterrein is tijdens de archeologische opgravingen van 1998-1999 in ieder geval ruwwandig Frankisch, ook wel aangeduid als Merovingisch, aardewerk aangetroffen uit de vijfde tot achtste eeuw. Er is meer uit deze periode gevonden tijdens eerdere opgravingen in de Julianastraat zuid. Dit wijst op vroege bewoning op of naast het castellumterrein waar de resten van het Romeinse castellum nog goed zichtbaar zijn.
Een ander argument voor de ouderdom van Alphen is dat er veel Karolingisch aardewerk is gevonden ter hoogte van de (voormalige) Rijnsteeg tussen de Julianastraat en de rivier. Dit wijst op bewoning in de achtste en negende eeuw.
Ononderbroken bewoning
Kortom: alles wijst op ononderbroken bewoning nadat de Romeinen vertrekken. In ieder geval vanaf de vroege middeleeuwen, mogelijk vanaf de vijfde eeuw, op en naast het castellumterrein. Romeins puin is gevonden in Merovingisch Koudekerk, hoewel dit ook elders gehaald kan zijn. In de Karolingische periode wordt de kleilaag op het Alphense castellum afgegraven. De bevolking neemt vanaf de twaalfde eeuw eeuw toe, dit kan verband houden met kleiwinning en veenafgravingen en vervolgens met politieke bedoelingen van de Graven van Holland.
Waarom?
Even terug naar de vraag: waarom staat de oudste Alphense kerk op de locatie van het Romeinse badhuis?
Uit de archeologische opgravingen blijkt dat dit in het Alphense Stadshart precies zo is gebeurd als bij veel andere Romeinse castella in het hele Romeinse Rijk. Elk nog zichtbaar badhuis, met opstanden of alleen funderingen, is een geschikte locatie voor de bouw van een christelijke kerk. Enerzijds omdat de vorm hiervoor geschikt is en er veel bouwmateriaal aanwezig is. Anderzijds omdat de (vroeg)middeleeuwse bewoners dichtbij het Romeinse castellum of op het terrein zelf wonen en dat is vlakbij het Romeinse badhuis.
Meer over het Romeinse verleden van gemeente Alphen aan den Rijn is te lezen (en te zien) op www.RomeinsAlphen.nl
Op de foto’s:
Romeins badhuis dompelbad (locatie Museumpark Archeon)
Adventskerk Julianastraat
Stookruimte Romeins badhuis (locatie Museumpark Archeon)