Weekend
Ed, één van mijn oude voetbalmaten uit Weesp, stuurde vrijdagavond een appje of ik kaartjes kon regelen toen ik bij Wet 'n Wild op het terras zat. Ik had geen idee waar hij het over had. Maar toen onze jongste dochter ook een nerveus berichtje stuurde, was het tijd om op onderzoek uit te gaan. Wat bleek, Golden Earring en André Hazes jr. waren aan de line-up voor het Zomerspektakel toegevoegd. Met Bløf als afsluiting is dat wel een programma waar je mee voor de dag kan komen.
Naast ons zat een stel van middelbare leeftijd dat hun eerste date had. Het ongemak straalde er vanaf. Hij bestelde, net als zij, muntthee. En dan weet je eigenlijk al genoeg. Zij deed haar uiterste best om het gesprek gaande te houden. Dat lukte niet, omdat zijn favoriete onderwerp voetbal was. "Donderdag moeten we uit tegen Young Boys." Hij was blijkbaar aanhanger van Feyenoord. "Wie?" antwoordde zij. Ik boog naar Ellen. "Kansloos," fluisterde ik.
Het gesprek herinnerde me net op tijd aan het feit dat er een Europacupweek aan zat te komen. Dat betekent dat ik in het weekend ervoor begin met vooruit te betalen. In mijn geval is dat sowieso op zaterdagmiddag naar Ikea. Geeft niets, ik weet waar ik het voor doe. En zaterdagochtend waren we 'op het dorp', omdat ik niets aan het toeval overlaat. Er waren weinig vrije parkeerplekken vlakbij het Thorbeckeplein. En ik was steeds te laat als iemand vertrok. Na een minuut of 7 rond te hebben gereden, had ik geluk. Een oud-collega kwam aanlopen en gaf aan dat hij weg zou gaan. Voor alle zekerheid zette ik mijn richtingaanwijzer aan. Maar mijn collega moest mijn kant op draaien om weg te kunnen en van de andere kant kwam een BMW aanrijden die ‘mijn’ plekje inpikte. Zonder op of om te kijken stapte de bestuurder uit en liep weg. "Ook niet aardig," zei ik door het open raampje toen ik hem voorbijreed. Zijn schouders gingen onder zijn lichtblauwe colbert iets omhoog en met een licht arrogante blik liep hij verder. Een paar minuten later vond ik een nieuw plekje.
Maar het voelde als onrecht en het bleef tijdens het slenteren knagen. "Laat het nou maar los. We hebben nu toch een plekje," zei Ellen terwijl ze een fleurige trui voor zich hield. "Ik krijg hem nog wel," gromde ik.
Terwijl ik in de Van Mandersloostraat voor Cartouche stond te wachten, liep de BMW-man voorbij. Hij grijnsde neerbuigend terwijl hij mij een hoofdknik toewierp. Het kan ook een vriendelijke glimlach geweest zijn, maar zo voelde dat niet. "Mooie auto heb jij," zei ik. "Dank je," antwoordde hij verbaasd. Maar zijn trotse lach verdween snel van zijn gezicht toen ik mijn sleutelbos in de lucht gooide, weer opving en zei: "Jammer van die diepe kras op het portier van de bijrijder."