Schaatsen en zeikerds, pffff..
Waar een klein land groot in kan zijn... Schaatsen en zeiken. Niet noodzakelijkerwijs in deze volgorde maar deze afgelopen twee weken wel onlosmakelijk met elkaar verbonden.De Nederlandse schaatsers (ook wel aangeduid met 'wij') presteren op de Olympische Spelen geweldig. Zo geweldig dat alle andere landen (ook wel aangeduid met 'zij') pas vanaf plaats 5 in de ranglijsten te vinden zijn. 'Wij' gingen naar de Olympische Spelen om te winnen. Natuurlijk! Het zijn wedstrijden! Wat er nu gebeurt vind ik te Hollands voor woorden. De zeikerds zijn aan zet:" 'We' winnen te vaak. Zo vaak dat 'zij' het niet meer leuk vinden om te kijken. Het is een Nederlands feestje geworden. Dat is niet goed voor het internationale schaatsen."
Huh? Ben ik nou gek? We gingen om te winnen, nu winnen we (lees: die gigantisch goede sportmensen die er jaren alles voor hebben gedaan en gelaten) en nu is dat ook niet goed? Omdat zij zo geweldig presteren moet de opzet van het langebaanschaatsen veranderen? Houd toch op... Ik krijg meteen de associatie met een toets op de middelbare (sorry, beroepsdeformatie). Twee leerlingen halen een 10 en de rest een onvoldoende. Dan is de toets vast niet goed geweest en wordt de toets aangepast... Hoe zit het met de andere landen? Moeten die niet gewoon anders, beter of harder trainen? Als éen land domineert is die gewoon het best in die sport. Punt!
Zo. Deze luie zeikerd gaat vanmiddag onderuit op de bank kijken naar 'onze' schaatsers. Omdat zij kunnen en doen wat ik niet kan en doe. Daar heb ik respect voor. Klaar.