Heempark De Kromme Aar logo

Heempark De Kromme Aar

Heempark De Kromme Aar

In de wijk Zegersloot ligt het Heempark De Kromme Aar (zie kaartje). Net als het Bosparken het Weteringpad, maakt De Kromme Aar deel uit van de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur, die natuurgebieden met elkaar verbindt.

Rond het jaar 1000 na Christus bestond dit gebied nog uit moeras, met een onderlaag van klei en veen. Het veenriviertje de (Kromme) Aar voerde water af naar de Oude Rijn. In de latere middeleeuwen passeerden er schepen met turf uit Aarlanderveen. Turf  is gedroogd veen, dat werd gebruikt als brandstof. Het moeras werd ontwaterd door bemaling, en zo ontstond het polderlandschap zoals we dat nu kennen.

Zegerplas
De Zegerplas is in de zestiger jaren gegraven, ten behoeve van de zandwinning voor nieuwbouw. De klei en het veen dat bovenop de zandlaag lag, is verspreid over het omliggende gebied. Maar in het heempark is de oorspronkelijke bodem bewaard gebleven. Een heempark is bedoeld voor natuurgerichte recreatie. Er zijn planten, bomen en dieren te zien, die van nature in onze regio voor komen.

Langs de Kromme Aar zijn verschillende landschapstypen aanwezig, die kenmerkend zijn voor onze omgeving: elzenbroekbos (broek betekent moeras), rietland en grasland. Galloway koeien worden ingezet voor de begrazing. De Kromme Aar is een bijzonder vogelrijk gebied, er broeden rond de vijftig soorten vogels.

Ooievaars
Zeer opvallend zijn de nesten van de ooievaars, die broeden rond het voormalige ooievaars buitenstation. Groene spechten, bonte spechten en andere holenbroeders zoals de boomkruiper en de mees maken dankbaar gebruik van de vele bomen en nestkasten. Naast ransuil en buizerd zijn er veel soorten riet- en watervogels te zien, zoals bosrietzanger, rietzanger en kleine karekiet. In het heemgebied worden regelmatig excursies verzorgd door IVN Alphen aan den Rijn en de Vogelwerkgroep Alphen aan den Rijn, zodat ook de beginnende vogelaar kan genieten van al die soorten.

Amfibieën
Bijzonder zijn de ringslangen (nakomelingen van een Italiaanse ondersoort die ooit is losgelaten) die je zonnend op de oevers of zwemmend in het water kunt tegenkomen. De slangen vervellen regelmatig omdat hun huid niet meegroeit met het lichaam. Ze wrijven de oude slangenhuid los langs een steen of een ruw stuk hout. Soms kun je een glimp opvangen van roodwangschildpadden, afgedankte huisdieren die zich hier weten te handhaven. Uiteraard is het niet de bedoeling dat huisdieren hier worden 'gedumpt'! Groene en bruine kikkers, padden en watersalamanders houden van de ondiepe poelen in het gebied.

Wilg, es en els zijn de meest voorkomende bomen. Een palet aan wilde planten trekt vlinders, hommels en andere insecten aan. De waterplanten zijn van belang voor libellen en juffers, die de eerste jaren als larve onder water leven. Dan kruipen ze via waterplanten omhoog om 'uit te sluipen' en als vliegend insect hun leven voort te zetten. In de korte tijd die hen rest, is alles gericht op succesvol paren en eieren afzetten voor een nieuwe generatie.

 

Tekst en foto's : Monique Smulders

Is dit jouw bedrijf, maar klopt er iets niet?
Stuur een locatie in