ROMEINEN Graan
In de eerste periode van het Romeinse castellum Albaniana moet het leger voor haar eigen voedsel zorgen. En dat is niet gemakkelijk. In de regio zijn op de hoger gelegen gronden wel ijzertijdboerderijen, maar de bewoners zijn zelfvoorzienend. De villa's, grote Romeinse productieboerderijen, ontbreken.
Het eerste Alphense houten castellum is in 40-41 gebouwd en door het leger in brand gestoken tijdens de Bataafse Opstand in 69. In deze periode is het pionieren langs de benedenloop van de Oude Rijn. Dat geldt zeker voor de voedselvoorziening.
Het belangrijkste voedsel is graan en dat wordt nauwelijks verbouwd rond Albaniana. Enerzijds omdat de ijzertijdboeren niet voor handel verbouwen. Anderzijds omdat er onvoldoende geschikte landbouwgrond is voor grootschalige akkers.
Door het leger wordt graan aangevoerd, bijvoorbeeld grotere hoeveelheden uit België. Het graan wordt in elk castellum bewaard in een horreum, een grote graanschuur 'op pootjes'. In Albaniana staat het horreum aan de noordkant van het fort.
Graan wordt verwerkt tot brood, biscuit of puls. Biscuit is een koek die veel langer bewaard kan worden dan brood. Puls is een graanpap, op basis van water of bouillon vaak gevuld met groenten en kruiden en soms met vlees.
Tijdens de opgravingen van het Alphense fort zijn verschillende graansoorten aangetroffen: gerst, emmer, haver, spelt, tarwe, gierst en rogge.
Het graan wordt aangevoerd inclusief kaf. Dat wordt pas vlak voor gebruik verwijderd. Daarna wordt het graan gemalen. Dat kan centraal in grote hoeveelheden en dit kan in kleine dagelijkse hoeveelheden per contubernum, een eenheid van acht man.
Er zijn grote maalstenen die door een ezel, of door mankracht, worden aangedreven. En, er zijn kleinere handmolens. De handmolens zijn in principe in elk huishouden te vinden. Alle molens bestaan in alle gevallen uit twee stenen: de ligger en de loper.
Bij handmolens ligt de onderste steen op een kruk. Deze ligger is enigszins uitgehold aan de onderzijde. De bovenste steen ligt op de onderste en draait om een spil. De bovenste steen heeft een handvat, bovenop of aan de zijkant, om de loper mee rond te draaien en zo het graan tot meel te malen.